‘VAN STOTTERAAR TOT TOPPOLITICUS’ op Op1

Voorbeelden van goed functionerende BNers met een stotterverleden

 

Column Nieuwsbrief NVST November 2022

Coen Winkelman 29 oktober 2022

 

Op Op1 NPO 1 van vrijdag 28 oktober 2022 waren drie bekende Nederlanders met een stotterverleden in één talkshow te horen. Dat was puur toeval, hun onderwerpen hadden niets met stotteren te maken. Wel ontkrachtten zij de mythe dat het voor iedereen een levenslange beperking zou zijn. Knap: hun vloeiende maar hoge spreektempo was zoals in talkshows gebruikelijk is, dus soms wat vermoeiend.

Natuurlijk gelden de positieve voorbeelden niet voor iedereen, het gaat om de mythe op zichzelf.

De uitzending kwam te laat om het te kunnen gebruiken om op Wereldstotterdag van 22 oktober 2022 de mythe ‘gaat nooit over’ te ontkrachten. Jammer, want het internationale thema van dit jaar ‘Het recht om te stotteren’ accentueerde juist in de media de zwaarte van het probleem, waarbij weinig onderscheid werd gemaakt in de veelheid aan vormen van stotteren en broddelen.

Geen enkel persoonlijk relaas geldt voor iedereen. Voor zover ik weet konden alleen Anja van der Vlist en Anne van Eupen op radio een objectiverend commentaar geven.

In de volksmond wordt elke vorm van haperen stotteren genoemd, maar veel vaker zijn broddelsymptomen aan de orde. Internationaal wordt gelukkig steeds vaker gesproken over Fluency Disorders - vloeiendheidsstoornissen.

 

Wat valt te concluderen rond lange termijn spraakprocessen uit de voorbeelden van Op1.

Hoe zij nu spreken is een nadere beschouwing waard. Zonder in diagnose op afstand te vervallen zijn een aantal kenmerken zeer opvallend.

 

Ben van der Burg, expert op het gebied van digitale innovaties, sprak over de overname van Twitter. Uit betrouwbare bron weet ik dat hij als adolescent zeer ernstig broddelde met een stevige stottercomponent. Nu is hij een regelmatige gast in talkshows bij WNL, ik kan slechts normale niet-vloeiendheden ontdekken, hij heeft een goede intonatie en is goed verstaanbaar. Ben heeft Nederlands gestudeerd maar in zijn enthousiaste hoge spreektempo in dialogen zijn soms kenmerken van linguïstisch broddelen te horen, wat waarschijnlijk alleen broddeltherapeuten opvalt. Spreektaal is voor sommige neerlandici een hoofdstuk apart. Het zit Ben in zijn glansrijke carrière als spreker en coach niet in de weg.

 

Ed Nijpels sprak over zijn pas verschenen memoires, een boeiend gepassioneerd stukje parlementaire geschiedenis. Hij sprak met een goed ritme en intonatie, soms zeer onzorgvuldig gearticuleerd, toch hang je aan zijn lippen. Zijn stotteren werd ook nu steeds samen genoemd met zijn heftige astma aanvallen als kind. Ik weet niet hoe hij stotterde maar in zijn veelvuldige optredens in tv-programma’s zweeft zijn tachylalie op het randje van broddelen, een constante factor, ook gisteren. Ik vroeg nog even na bij een vriendin die hem goed kende toen hij 26 was, zij rapporteerde hem nooit te hebben horen stotteren. Tachylalie als overblijfsel van de verborgen stoornis zuiver broddelen?

 

Erben Wennemars, sprak samen met Mark Tuitert over het nieuwe schaatsseizoen. Iedereen weet dat hij ‘stottert’, hier was in mijn jarenlange observatie steeds sprake van broddel-stotteren in de verhouding van pakweg 70 – 30. Geleidelijk was in de loop der jaren een verschuiving te zien naar bijna helemaal vloeiend en goed verstaanbaar. Hij was de enige van de drie die nog op één moment een lichte blokkade had en deze goed opving. In een interview van enige jaren geleden vertelde hij rustig en zonder niet-vloeiendheden dat hij altijd zo zou kunnen spreken maar dat hem dat teveel moeite kost. Toch lijkt zijn rustige tempo nu meer geïnternaliseerd.

 

Er zijn meer BNers die regelmatig op TV zijn met nog wel eens initiële verlengingen of andere lichte stotterverschijnselen: Edin Mujadic, econoom en Don Ceder, 2e kamerlid Chr. Unie  zijn regelmatig op Goedemorgen Nederland. WNL heeft het Recht op stotteren goed begrepen.

Wie weet nog dat Herman Finkers en Frans Bauer gestotterd hebben?

 

Beeldvorming rond vloeiendheidsstoornissen.

Rond Wereldstotterdag van 22 oktober 2022 kwam het negatieve stigma rond het fenomeen helaas vaak naar voren. Onwetendheid speelt vaak een rol. Psychologen hoeven niet te zoeken naar een peroonlijkheidsstoornis en de ooraak is niet ‘psychisch’ in de DSMsfeer. Hoe gaan we de 18000 psychotherapeuten met wie wij volgens de Richtlijn moeten samenwerken dat duidelijk maken? Gespecialiseerde stottertherapeuten weten dat psychische verschijnselen zich kunnen ontwikkelen zoals stotterangst en andere onderwaterdelen van de ijsberg als gevolg van niet vloeiend spreken, dus als secundaire stoornis.

 

Bij het thema van de recente stotterdag ‘het recht om te stotteren’ zit een grote adder onder het gras. Het onbewust bij de luisteraar optredende ‘Horn effect’ staat destigmatisering in de weg.

Het horn-effect is een fenomeen waarbij iemand een negatief oordeel vormt over iemand, op basis van één negatief ervaren eigenschap van deze persoon.  Mensen van kleur en andere groeperingen weten daar alles van, recente arrestatie voorbeelden bewijzen dat bepaalde functionarissen daar geen weerstand tegen kunnen bieden.

Bij ernstige vormen van stotteren –heftige blokkades- kan het Horn effect bij de luisteraar optreden, vaak volkomen onbewust en tegen beter weten in. Het is vergelijkbaar met een onbeheersbare slappe lach. Het was ooit voor een collega de reden om stotteren niet te behandelen. ‘Recht op stotteren’ bepleiten geldt alleen voor vormen van licht stotteren. Op radio of met filmbeelden dat recht bepleiten door sprekers met frequent optredende lange verlengingen of blokkades heeft daarom grote risico’s op averechts effect. Genoeg beroepen zijn te benoemen waarbij een normaal spreektempo een vereiste is: eerste hulp personeel, huisartsen met hun 10-minuten consulten, treinconducteurs die lastige reizigers moeten toespreken, piloten etc.

 

Genoeg reden om ons repertoire aan spreektechnieken een boost te geven voordat we gaan ACT-en!